Myth-busting

Er gaan nog al wat onjuistheden rond als het gaat over toegankelijkheid. Ze worden vaak snel gezegd en klinken misschien eerst heel aannemelijk. Als je niet goed oplet, sluipt er validisme in het product. Het is dus belangrijk om deze zo snel mogelijk te ontkrachten. Hieronder staan een aantal van de meest voorkomende mythes en hoe je daarop kunt reageren. In het kort vind je hier antwoord op de volgende "mythes":

  • "Het is extra werk"
  • "De 360-graden strategie is de oplossing"
  • "We kunnen niet met iedereen rekening houden"
  • "Soms maak je een visuele productie"
  • "Toegankelijkheid zit innovatie in de weg"
  • "Het moet wel mooi blijven"
  • "Je kan ook overdrijven / te ver gaan"

"Het is extra werk"

Het is waar dat het extra inspanning vergt om iedereen in het proces mee te krijgen en hun kennis op peil te brengen. Echter, toegankelijkheid is geen extra werk, maar juist een integraal onderdeel van onze taak. NTR heeft als wettelijke taak om een focus te hebben op minderheden. Daar valt ook de groep mensen met een functievariatie onder. Het is dus niet iets extra's. Bovendien betalen alle mensen belasting, ook degenen met een functievariatie. Het is dus niet meer dan logisch dat we ook voor hen toegankelijk zijn. Gebruik de calculator op de home pagina om te berekenen welk deel van het budget afkomstig is van mensen met een functievariatie. Dit kan helpen om het bewustzijn bij je collega's te vergroten.

"De 360-graden strategie is de oplossing"

De 360-graden strategie is geen oplossing voor het probleem en kan zelfs negatief bijdragen aan het uitsluiten van verschillende mensen wanneer het als dé oplossing wordt gezien.

Benadruk dat iedereen, ongeacht of ze een functievariatie hebben of niet, persoonlijke voorkeuren heeft. De ene persoon houdt misschien van tv, terwijl de ander liever naar podcasts luistert of interactieve ervaringen beleeft. Deze activiteiten kunnen ook samen met anderen worden gedaan, zoals samen tv kijken, samen naar een podcast luisteren of samen een interactieve website ervaren.

Het idee van de 360-graden strategie als "oplossing" suggereert dat je bijvoorbeeld zowel een podcast, een tv-serie als een website aanbiedt om inclusief te zijn voor iedereen. Echter, wanneer we de 360-graden strategie als "oplossing" hanteren, beperken we mensen juist in hun persoonlijke voorkeuren, keuzes en sociale activiteiten. Ze kunnen bijvoorbeeld niet langer deelnemen aan activiteiten met anderen. In praktijk zijn de verschillende producties in de 360-graden strategie ook niet gelijkwaardig en bevatten ze verschillende verhalen. Het zijn dus geen alternatieven voor elkaar, maar dit wordt vaak vergeten. Elke individuele productie moet toegankelijk zijn.

"We kunnen niet met iedereen rekening houden"

Hoewel dit theoretisch gezien waar kan zijn, wordt dit argument vaak gebruikt als excuus om weinig of zelfs geen inspanning te leveren. Dit argument kan alleen worden gebruikt als er daadwerkelijk een beperking is bereikt, maar op niveau AA zouden er geen grote belemmeringen moeten zijn (mits het ontwikkelingsproces klopt). Bovendien zijn er nog steeds veel mogelijkheden na niveau AA.

Je kan dus echt heel veel doen, maar op het moment dat dit wordt gezegd ontbreekt vaak de motivatie om het te doen. Het is dus belangrijk om te kijken waarom iemand dit zegt. Is het omdat ze het echt niet kunnen of omdat ze het liever niet willen? Komt dit voort uit onwetendheid of vooroordelen?

Ook hoef je geen ingewikkelde tools te ontwikkelen. Als jij je productie vanaf het begin zo ontwerpt en ontwikkeld dat speciale tools deze kunnen begrijpen, hoef je verder weinig te doen.

"Soms maak je een visuele productie"

Hier kloppen drie dingen niet aan. Als eerste is er niets mis met innoveren op visueel gebied. Innovatie is vaak niet in één keer goed, maar er moet wel vanaf het begin duidelijk zijn hoe het toegankelijk kan zijn (of worden).

Ten tweede mag het dus niet missen dat je toegankelijkheid vanaf de eerste dag meeneemt in je nieuwe idee. Het liefst zelfs in het eerste uur. Als je al ver bent met je idee uitwerken en je moet nog bedenken hoe je het inclusief gaat maken, dan wordt het opstapelend werk en is het een nagedachte. Je zal zien dat, als je vanaf het begin rekening houdt met toegankelijkheid, dat er ideeën zullen ontstaan die ineens heel inclusief zijn.

Ten derde is de meeste digitale content die gemaakt wordt nog niet inclusief. Je dus al stellen dat het vooral visuele producties zijn. We kunnen het ons ook daarom niet veroorloven om er nóg een te maken.

"Toegankelijkheid zit innovatie in de weg"

Hierop kun je drie belangrijke feiten benoemen:

  • Toegankelijkheid stimuleert innovatie, het heeft namelijk vaak nog innovatie nodig.
  • Toegankelijkheid lost echte problemen op. Er zijn dus heel veel kansen.
  • Toegankelijkheid maakt jouw innovatie future-proof. Het is namelijk een eis en bovendien bereik je natuurlijk een veel groter publiek met jouw innovatie.

Genoeg reden dus om toegankelijkheid vanaf de eerste innovatie-brainstorm mee te nemen. Dat is namelijk het moment dat inclusie gecreëerd kan worden, of al gelijk geblokkeerd wordt.

"Het moet wel mooi blijven"

Hier zijn ook meerdere problemen mee die benadrukt moeten worden in een antwoord. "Mooi" is subjectief, wat de één mooi vindt, vindt de ander niet mooi. Het is dus niet meetbaar.

Bovendien is het voor eindgebruikers niet de topprioriteit. Ze willen gewoon een werkend product. Esthetiek is "mooi" 😉 meegenomen, voor gebruikers die toevallig dezelfde smaak hebben.

Tot slot is het onwaarschijnlijk dat een productie in een mediabedrijf visueel niet "mooi" kan zijn. Er zijn veel mogelijkheden en er zijn genoeg voorbeelden van mooie, toegankelijke producties. Maar net zoals bij de uitvoering geldt ook bij het ontwerpen: toegankelijkheid moet vanaf het begin worden meegenomen. Daarna kun je kijken naar grafische mogelijkheden zonder de toegankelijkheid in gevaar te brengen.

"Je kan ook overdrijven / te ver gaan"

Dit is ook niet meetbaar. Wat wel meetbaar is, is het WCAG niveau AA, dat het minimale niveau is dat we moeten bereiken. Dit is geen onbereikbaar doel en er is voldoende informatie beschikbaar om het te realiseren. Als iemand dit zegt, leg dan uit dat niveau AA haalbaar is en vraag wat voor hen de definitie is van 'overdrijven' of 'te ver gaan' als het gaat om inclusieve productie. Probeer na te gaan of het vanuit onwetendheid komt of dat er een andere reden is.