Animatie

Het begrijpen van mogelijke effecten van animatie op mensen met een beperking is de eerste stap naar toegankelijke animatie. Allerlei soorten menselijke variatie van lichtgevoeligheid, kleurenblindheid of epilepsie tot aandachtsstoornissen en cognitieve beperkingen kunnen de manier waarop mensen animatie beleven beïnvloeden.

Meer over audio en video toegankelijk maken vind je bij redacteur.

Flitsen 🌟

Zoals bij alle vormen van media moet er een alternatief beschikbaar zijn in tekst (transcriptie en ondertiteling). Maar ook in het beeld kan je rekening houden met toegankelijkheid. Zo kan je bijvoorbeeld een animatie maken die niet te snel gaat, of die niet te veel flikkert. Richtlijn 2.3.1 gaat over flitsen. Zo moet je altijd flitsende beelden vermijden, maar als je ze toch gebruikt mag het niet meer dan drie keer per seconde flitsen.

Kleuren en contrast 🎨

Animatie kan vaak worden opgedeeld in informatie en decoratie. Informatie moet altijd toegankelijk zijn, decoratie niet. Als je animatie gebruikt om informatie over te brengen, moet je rekening houden met kleur en contrast.

Stop 🙋

Gebruikers moeten in controle zijn over het afspelen van animaties. Dit betekent dat een animatie gepauzeerd, gestopt of overgeslagen moet kunnen worden. Zorg dat de plek, waar de animatie komt te staan, de gebruikers deze controle biedt.
Zie richtlijn 2.2.2 voor meer informatie.